De avend vraagt u / 3 mensen tussen muren / De voorstad groeit
verzameld werk [deel 1]
Buchbeschreibung
[Boon Flaptekst 3 mensen tussen muren / De voorstad groeit]
De voorstad is de plaats waar geschiedenis wordt gemaakt, een kerkhof vol illusies. Neem nu Mark. In plaats van zich tevreden te stellen in dit leven met de oprechte liefde van een volksmeisje, verkoopt hij zijn ziel aan de moderne idee van vooruitgang. Zich ontpoppend als een door productiviteit en meerwaarde geobsedeerde grootindustrieel herschept hij de oude voorstad in achtereenvolgens een bouwput en een efficiënt georganiseerde woon-en-werkmachine. Terwijl Mark over zijn imperium heerst als een god, trachten ook zijn minder gefortuneerde generatiegenoten zich een weg te banen naar het geluk. Sander, Marian, Jean, Elie, Morris: zij lijden elk op hun manier aan de voorstad, of gaan er het gevecht mee aan, terwijl de oorlogen elkaar opvolgen. De manke kunstenaar Bernard probeert die wrede werkelijkheid te ontvluchten in de kunst. En de ene zegt dit en de andere dat. En... ach. Enzoovoort, enzoovoort.
In het najaar van 1942 kreeg Louis Paul Boon de Leo J. Krynprijs voor De voorstad groeit, zijn officiële debuut, waarin zowel de streekroman als de avant-gardefilm Metropolis sporen hebben nagelaten. De beklemmende sfeer van de anonieme grootstad was ook al terug te vinden in de roman-in-lino 3 mensen tussen muren, Boons vroegste volledig bewaard gebleven literaire tekst. 3 mensen tussen muren en De voorstad groeit worden hier voor het eerst in één band gepresenteerd.
*Deze coup dessai is terzelfder tijd een coup de maître geweest. Daarbij duikt maar één vergelijkingspunt op, nl. Streuvels Het leven en de dood in den ast. - Bernard Kemp over 3 mensen tussen muren
*Ik begon s avonds om half negen en ik herinner mij dat ik pas stopte toen ik mijn vrouw vanuit bed hoorde roepen dat het half drie was. - Willem Elsschot over De voorstad groeit
*Boon is schandelijk aangerand geworden door een paar kwezels van de nieuwe orde. Ik acht hem groter dan Streuvels. - Raymond Herreman naar aanleiding van D