In april 1970 werd de West-Duitse ambassadeur Graaf Karl von Spreti in Guatemala door rebellen ontvoerd en zes dagen later doodgeschoten. Het zou de aanzet zijn voor een van de meest omstreden verhalen van de Poolse journalist Ryszard Kapuscinski. Vanachter zijn bureau in Mexico-Stad volgde hij de berichtgeving over de moord in de internationale pers. Hij was verbijsterd. Volgens hem werd ‘het publiek misleid door journalisten’ die nimmer de waarheid over dictaturen en guerrillabewegingen openbaar maakten.
De dood van de ambassadeur is door critici opgevat als het vergoelijken van politieke moord. Wiktor Osiatynski, nota bene een vriend van Kapuscinski, schreef: ‘Hij rechtvaardigt het begaan van moord zolang het in naam is van een strijd tegen uitbuiting, onderdrukking en dictatorschap.’ Aan de andere kant ziet Kapuncinski-biograaf Artur Domoslawski dit als een ‘sleuteltekst die inzicht geeft in de wereldbeschouwing van de verslaggever.’