In De Jacobsladder keert Maarten 't Hart terug naar het Maassluis van zijn jeugd. Tegen de achtergrond van de ondergang van het eiland Rozenburg -opgeofferd aan de havenuitbreiding van Rotterdam- beschrijft hij het leven van een opgroeiende jongen. Centraal staat zijn vriendschap met de streng calvinistische familie Ruygveen. Een nostalgische, sfeervolle en warme roman, die Maarten 't Hart zelf als zijn meest geslaagde beschouwt.