In ‘Hans Wiegel’ beschrijft Pieter Sijpersma het roerige leven van een van de meest talentvolle én meest controversiële politici van na de Tweede Wereldoorlog: Hans Wiegel. Er zijn weinig politici die hun stempel zozeer op de vaderlandse politiek hebben gedrukt als hij.
Zijn retorisch talent, zijn ‘gewonemensentaal’, zijn gevatheid, zijn vermogen om gecompliceerde onderwerpen tot hun essentie terug te brengen en zijn humor bezorgde Hans Wiegel al snel een grote aanhang. In 1967 kwam hij als 25-jarige Gooise Amsterdammer de Kamer in, tot dan toe als jongste Kamerlid ooit. Ten tijde van het kabinet-Den Uyl profileerde hij zich als oppositieleider. Zijn finest hour als VVD-politicus beleefde hij in 1977, toen hij vicepremier en minister van Binnenlandse Zaken werd (1977-1981).
Tot veler verbazing verliet hij in 1982 op 41-jarige leeftijd de Haagse politiek en werd commissaris van de Koningin in Friesland.