Arthur Treviaan, een journalist in ruste, heeft op 2 april zijn vijfenzestigste verjaardag gevierd. Bij hem thuis, in zijn gerieflijke flat, in gezelschap van de vier vrienden met wie hij zijn vijftiende verjaardag had gevierd. Ouderdom, kwalen en verval hebben in hun gesprekken de overhand gehad. Op de ochtend na het feest krijgt hij echter een onverwacht verjaarsbezoek, dat zijn rust pijnlijk zal verstoren.