In deze bundel staat de dreiging van verval en dood centraal, zozeer zelfs dat het slotgedicht 'Een ander gezichtspunt' kan heten. Deze poëzie is neosymbolistisch: natuurverschijnselen worden geïnterpreteerd als menselijke gemoedstoestanden. De beelden voor lijden, angst, vertwijfeling zijn onzachtzinnig, en daardoor juist treffend en troostend. Hier is niets zweverigs, alleen een hardnekkig verzet tegen, en inzicht in verval en teloorgang