Stadsmeisje Odette besluit eindelijk haar jeugddroom te laten uitkomen: ze koopt een boerderijtje op het platteland. Hoewel ze verwacht daar in haar eentje een stil en rustig leven te leiden, blijkt dat al snel anders uit te pakken. Haar tienjarige dochter Ella, die bij haar vader woont, laat weten dat ze liever bij haar moeder wil zijn, omdat haar vader is hertrouwd en er problemen zijn. Odettes tweelingbroer Lodewijk zoekt afleiding en komt voor langere tijd logeren. Zowel aardige buurman Willem als vervelende buurvrouw Dorien komen regelmatig aanwippen en na een serie inbraken is Odette de illusie dat het platteland veiliger is dan in de stad kwijt. Is de droom in een nachtmerrie veranderd, of vindt ze alsnog het geluk in haar huisje op het platteland?