Heer Bommel wil zijn omgeving vreugde brengen. Hij tracht via een magische bezwering dit doel te bereiken, maar er gebeurt niets; slechts een in het donker geklede vreemdeling met een lokaal regenbuitje boven het hoofd verschijnt. Heer Bommel accepteert opnieuw de hulp van Zwarte Zwadderneel, zoals hij eerder deed in het verhaal dat naar deze duistere figuur is vernoemd. Zwadderneel stelt het begrip vreugde ter discussie. Zonder leed geen vreugde, dus moet men misschien eerst lijden om vreugde te kunnen ervaren? En hoe bevredigend is vreugde die kunstmatig is opgewekt, via gemakkelijk verkregen geld of stimulerende middelen? Dit verhaal zet aan het denken, met als toegevoegde motieven de gevolgen van een overmaat aan geld in omloop, en een dreigende overstroming waaruit de Rommeldammers gelouterd tevoorschijn zullen komen.