‘Ik was op de dijk,’ zegt Steef. ‘En ik ben een eindje de mast in geklommen.’
‘Dat is gevaarlijk,’ zegt zijn moeder.
‘Ik werd geroepen.’
‘Door wie?’
‘Aan de overkant riep iemand mij. Ik denk een meisje.’
Eefje ziet iemand aan de overkant van de rivier.
Ze roept.
Het is Steef. Hij wil weten wie er naar hem roept.
Hoe kunnen ze elkaar bereiken?
Ontroerend verhaal over de onbevangenheid van twee kinderen en over hun vriendschap, onvoorwaardelijk, dwars over de rivier die hen van elkaar scheidt.