Blijkbaar hadden we ons op een dag voorgenomen nooit meer een woord met haar te wisselen, want het werd, als op afspraak, altijd doodstil zodra zij in ons blikveld verscheen. We klemden de lippen op elkaar en keken de andere kant uit als we haar op het schoolplein zagen komen aanslenteren, of als we haar op straat tegenkwamen, in haar eentje hinkelend of knikkerend. Wanneer waren we ermee begonnen?
Een klein meisje groeit op in een vredig dorp, waar ze samen met haar moeder de oude, krakende pastorie bewoont. Ook de Luco's wonen daar, twee vriendelijke, wereldvreemde mannen van wie iedereen aanneemt dat ze kamerhuurders zijn. Alles verandert als de moeder van Loes wegens een onbegrijpelijke moord tot een lange gevangenisstraf wordt veroordeeld.