Voeden, verschonen en in de wieg mikken
Buchbeschreibung
Annie M.G. Schmidt dankt een belangrijk deel van haar populariteit aan de boeken die ze schreef voor kinderen. Maar hoe dacht deze eigenwijze schrijfster over kinderen? Inderdaad: eigenwijs. Het beroemde ‘en als ze kwaad zijn, zeg ik: Bil!’ echoot in vrijwel al haar gedichten over kinderen.
Ook in de vele columns die ze over hen schreef is weinig zoetsappigheid te bespeuren, en al helemaal geen volwassen vertedering. Wel: een kritische kijk op ouders die in hun kroost louter wonderkinderen zien, een vrolijke blik op de onafhankelijke logica van de jeugd. Want kind – dat is ze zelf toch ook altijd gebleven.
Inhoud
1. Dan doet het er niet meer toe
2. Hoe is zijn karakter eigenlijk
3. In die eerste maanden
4. Moeilijke kinderen
5. Ze keken te lang naar de sidderaal
6. Egbertje heeft brieven verscheurd
7. Ze heeft het volkomen verknold
8. Gilde der kinderwagenmoeders
9. De val uit het paradijs
10. Verhaaltjes
11. Vrienden
12. Mijn zuster Annebelletje
13. Ziek
14. De wereld
15. Een dagje naar de E55
16. En later
17. In de herfst
18. Achter de kinderwagen
19. Wladimir
20. Ik raak zo in de war
21. Uw kinderen
22. Pas op dat jij het niet bent
23. Doosje
24. Aan een klein meisje