In Zuidland beschrijft P.F. Thomése de ongewenste lotsbestemmingen van enkele vergeten figuren uit de vaderlandse geschiedenis. Jacob Roggeveen, de ontdekkingsreiziger die tegen zijn zin uitzeilde naar het Zuidland, de tweederangs dichter Janus Dousa, die denkende aan Latijnse verzen een walvis op het strand vindt, de stervende ‘hertog’ van Ripperda en zijn lijfarts, een beeldenstormer-met-berouw en zijn gebochelde zoontje – allen dromen zij van de waarheid, maar als ze dichtbij komen, merken ze dat die onverdraaglijk is.
Zuidland, het debuut van P.F. Thomése, werd in 1991 bekroond met de AKO Literatuurprijs.