Fernande is een aantal jaar geleden als non het klooster in gegaan, dicht bij haar woonplaats Vroden. Nadat haar zus Esther in het kraambed sterft, komt haar ongelovige schoonbroer Mathijs met een ongedoopt kind in Vroden wonen. Fernande snapt niet hoe de alleenstaande vader en kind niet religieus zijn, maar ze is ook erg nieuwsgierig naar hen en verlangt naar een band met haar neefje. In deze psychologische roman weet Loveling feilloos te beschrijven hoe tegenstellingen zoals geloof en vrijzinnigheid binnen één familie kunnen bestaan.
Virginie Loveling (1836-1923) was een Vlaamse schrijfster uit een literaire familie. Zij groeit op in Franstalig België en begint haar carrière door samen met haar oudere zus Rosalie gedichten te schrijven. Loveling is de tante van Cyriel Buysse, waarmee ze het humoristische boek 'Levensleer' (1912) schrijft. Na het overlijden van haar zus gaat Loveling alleen verder. Dit leverde haar in 1892 de Vijfjaarlijkse prijs voor de Nederlandse letteren op voor haar roman 'Een dure eed.' Die roman wordt samen met 'De twistappel' en 'Het revolverschot' gezien als haar beste werk.