We schrijven 22 juni 1941, 3.14 uur. Langs een 1800 kilometer lange lijn van de Oostzee tot Roemenië staan Duitse soldaten klaar om aan te vallen. Een minuut later breekt de hel los. Toestellen van de Luftwaffe zetten koers naar doelen achter de linies van het Rode Leger, en de artillerie opent het vuur. De beruchte Duitse Panzertanks komen in actie. Zij vormen de speerpunt van Operatie Barbarossa, Hitlers aanval op de Sovjet-Unie. Met 3,7 miljoen soldaten is het de grootste invasie aller tijden. Na een paar weken lijkt het offensief een schoolvoorbeeld van de effectiviteit van de blitzkrieg. De ene na de andere stad valt in handen van de Duitsers. In het tiende deel van Oorlogen & veldslagen volgen we de opmars van de asmogendheden in het conflict dat in de loop van 1941 tot een wereldoorlog uitgroeit.