Trippel en Trappel trappelen trippelend op de trap.
‘Trippel,’ zegt Trappel tegen Trippel, ‘als jij nu eens vliegensvlug vooruit de kamer in vliegt? Vliegensvlug vlieg ik dan vlot achter jou aan en vrolijk vliegensvlug terug met op mijn rug… een stuk kaas!’
‘Helaas Trappel,’ zegt Trippel, ‘trap ik daar niet in. Trippel trappel maar in je eigen val, ik ben niet mal! In huizen waar muizen huizen, huizen naast muizen ook katten in huizen…’
Voorlezen zonder over de woorden te struikelen!
Van Harmen van Straaten: grappig, ondeugend en net even anders.