Een jonge vrouw weet eindelijk wat ze wil in het leven: skilerares worden. Totdat ze merkt hoe gevaarlijk dit werk kan zijn…
In het huis van de familie Dijkstra is de spanning om te snijden. Sinds kort woont de 23-jarige Manon na een verbroken relatie weer thuis. Haar ouders en jongere zus Fleur, die in alles haar tegenpool is, vinden haar maar een losbol, die niets serieus aanpakt. Toch gaan ze, volgens traditie, ook dit jaar weer met het hele gezin op wintersport naar Oostenrijk.
Op de tweede dag wordt de blauwe piste ontregeld door een snowboarder die dwars door een skiklasje heen schiet. Manon aarzelt niet en redt een meisje dat van schrik op de zwarte piste afstormt. Haar reddingactie valt op en ze wordt door de leiding van de skischool gevraagd om voor hen te komen werken. Het ongeval blijkt pas het begin te zijn van serie akelige incidenten. Wat begon als een droombaan voor Manon, verandert in een nachtmerrie…
'Suzanne Vermeer heeft een lekkere winterse thriller geschreven.' – Libelle
'[…] de manier waarop Vermeer de afdaling beschrijft is verschrikkelijk spannend, zeker voor iemand die wel eens op de ski's heeft gestaan.' – Trouw