Rotterdam, 1825. De straatarme Kaatje Nagtegaal wordt door iedereen Asschen Kaatje genoemd omdat ze de as ophaalt uit de haarden van de rijken. Maar een nieuw leven lonkt: samen met haar man Nelis krijgt ze van de Maatschappij van Weldadigheid de kans om in Drenthe te gaan werken. Alles loopt echter anders als Nelis de reis niet overleeft. Kaatje staat er alleen voor in Drenthe. Als ze het aan de stok krijgt met de wijkmeester van de kolonie, zijn de poppen aan het dansen. Zal Kaatje zich staande kunnen houden?