Op een dag wordt Bob opgehaald door zijn nieuwe baasjes. Hij krijgt een eigen mand in zijn nieuwe huis. Het huis staat vol dingen waar je geweldig mee kunt spelen en er is een grote tuin. Bob kan er geen genoeg van krijgen. Het leukst vindt hij kuilen graven en daar iets in verstoppen. Maar dat vinden zijn baasjes weer niet zo leuk. Bob moet op hondentraining. Daar maakt hij vriendjes voor het leven. Als Bob iets terugvindt (zelf verstopt!) waar zijn baasjes heel blij mee zijn, roepen Doortje en Skipper: 'Je bent top, Bob!'
Bob weet nu wat hij later wil worden. Hij blaft het rond: 'Later word ik speurhond.'