Een heerlijk en grappig verhaal over vier kinderen die opgroeien in een familiehotel.
Eefie, Joost, Nina en Pepijn wonen samen met hun ouders en oma in Hotel De Korenwolf. De vier kinderen noemen zichzelf ook wel ‘De bende van De Korenwolf’ en oma is het erelid.
Oma’s jeugdliefde Willem heeft haar uitgenodigd om naar Tanzania te komen ter ere van zijn vijfenzeventigste verjaardag. Ze wil niets liever, maar durft niet te vliegen. Joost en Eefie bedenken een plan om oma te helpen, maar ze moeten voorzichtig te werk gaan. Niemand mag zien waar ze mee bezig zijn. Aan hun grote broer Pepijn hebben ze niks, hij heeft alleen nog oog voor de mooie Aisha die ook in het hotel logeert. Nina helpt gelukkig graag, maar kan die kleuter haar mond wel houden? Het loopt helemaal niet zoals ze bedacht hadden. Zou oma’s reis nog doorgaan?
Met vrolijke illustraties van Iris Boter.
'Een heerlijk verhaal waarin ingrediënten die zo passen bij Jacques Vriens - vriendschap, verliefdheid, samenwerken, kleine ruzies - weer aan bod komen. En dit neergezet in een vlotte schrijfstijl met een juiste dosis humor. De zwart-witte illustraties passen heel goed bij de levendige stijl van vertellen van het verhaal.' Toin Duijx, Friesch Dagblad
Over de Bende van De Korenwolf-serie:
'Dit is een ontspannende en vlotlezende reeks. De familie wordt heel positief en optimistisch uitgetekend en het geheel is op smaak gebracht met een toefje humor.' De Leeswelp
'Het verhaal is vlot en eigentijds geschreven; betrekkelijk korte zinnen en herkenbaar woordgebruik.' NBD Biblion