In de poëzie van Leonard Nolens was de stad Antwerpen allang een vertrouwde verschijning. Maar hoewel zij geregeld opdook in losse verzen en één keer zelfs de status van korte cyclus kreeg, bleef ze een weinig spraakzaam personage. In Een dichter in Antwerpen vertolkt zij echter een glansrol. Deze dramatisch opgezette taferelen verknopen de levensloop van een individu met zijn omgeving: het zijn achtentwintig lange gedichten over zijn afscheid van het ouderlijk huis en de geboortestreek, en vooral ook over de lokroep van een nieuwe haven. Zo vormt Een dichter in Antwerpen de bezielde plattegrond van zijn verhouding met een stad.