Bert Wagendorp kan eigenlijk over alles schrijven. Over Nederland of narigheid, schrijven of sport, illusie en droom zijn rijkdom aan onderwerpen is enorm. Maar je herkent altijd onmiddellijk de blik en de pen van Wagendorp. Hij is een van die zeldzame schrijvers die even meedogenloos als melancholiek kan zijn. Die verbazing met mededogen kan kruiden, in plaats van met ergernis. Niet dat hij zich nooit ergert. Maar daarvoor biedt humor dan het juiste medicijn.
In Het jongensparadijs staan de mooiste verhalen, beschouwingen en essays bij elkaar die hij de afgelopen ruim vijf jaar heeft geschreven. Het is een boek geworden waarin hij een portret geeft van onszelf maar dat óók een zelfportret is, even ontroerend als indrukwekkend.