Een bijna zeventigjarige veilingmeester zegt in een talkshow dat ze er de rest van haar leven voor overheeft als ze nog een week zo jong kan zijn als de vrouw op een zeventiende-eeuws schilderij. Het lijkt een achteloze opmerking. Maar dan gebeurt er iets geheel in de lijn van K. Schippers' fantastische wereld. In Eerste indrukken schrijft een driejarig meisje haar memoires, in Een liefde in 1947 goochelt een jongen zich naar zijn beminde toe, in Vluchtig eigendom speelt een pianiste de geur van de jeugd en in Poeder en wind verliest de veilingmeester haar hoge leeftijd en wordt werkelijk korte tijd zevenentwintig jaar.