Toen Dik Trom een jongen was
Om bogen
Dik Trom was misschien wel de eerste echte deugniet in de Nederlandse kinderliteratuur, die lang het exclusieve domein van brave hendriken was. Maar Dik heeft een hart van goud. In dit derde deel uit de reeks redt hij een hond van de verdrinkingsdood (en weet er een slaatje uit te slaan), gaat op spokenjacht en bindt opnieuw de strijd aan met veldwachter Flipsen. Vintage entertainment.
De avonturen van Dik Trom spelen zich af in een Nederlands dorp aan het einde van de 19de eeuw. Dik Trom is een ondeugende jongen. Dat betekende een stijlbreuk met de brave 19de-eeuwse kinderboeken. Hij effende het pad voor figuren als Pietje Bell. Het succes van het eerste deel, ‘Uit het leven van Dik Trom’ leidde tot vijf sequels. ‘Uit het leven van Dik Trom’ beleefde meer dan honderd drukken en is sinds 1891 voortdurend in druk geweest. Alleen tijdens de Duitse bezetting werd het boek even uit de handel genomen, omdat een van de personages tijdens een sneeuwballengevecht ‘Leve de koningin!’ riep. De Duitsers vonden dit opruiende lectuur. De rest van de wereld denkt daar anders over: de boeken over Dik Trom hebben meer dan een eeuw lang hun populariteit behouden, zowel bij jonge als nostalgische lezers.
Cornelis Johannes Kieviet (1858-1931) was een Nederlandse onderwijzer en schrijver van kinderboeken. Hij werd bekend dankzij de avonturen van Dik Trom, een vrolijke, dikke jongen die kwajongensstreken uithaalt. Kieviet testte zijn verhalen meestal eerst uit met zijn leerlingen, om hun reacties te peilen. Later was hij ook nog directeur van een lagere school. Hij schreef in totaal een vijftigtal boeken.