Henk van Straten groeide op in Eindhoven met drie oudere halfbroers, zijn stiefvader en zijn moeder, om in de weekenden met diezelfde moeder naar zijn vader in Rotterdam te rijden. Zijn stiefvader was hem liever kwijt dan rijk, dacht hij. Zijn moeder, gevangen tussen twee mannen, was aldoor somber en vertrok op zijn vijftiende naar Curacao. Zijn broers waren zijn broers, maar toch ook weer niet.
Wij zeggen hier niet halfbroer is een humoristisch, schrijnend, maar liefdevol verhaal over een kind dat dacht altijd vrolijk te moeten zijn en, later, over een puber die eenzaam drugs gebruikte op zijn zolderkamertje en opging in zowel de punk- als de gabbercultuur. Zoals Van Straten zelf zegt: ‘Gewoon een jeugd, net zoals mijn leven gewoon een leven is.’ Dat kan zo zijn, maar Wij zeggen hier niet halfbroer is geenszins ‘gewoon een boek’. Met dezelfde haarscherpe en ontroerende observaties die we kennen van zijn persoonlijke stukjes en zijn columns voor Volkskrant Magazine toont Van Straten ons de hartverscheurende, grappige herinneringen aan het leven van een jongen die worstelde met identiteit, liefde en mannelijkheid.