Mist dreef vanaf de Hudson over de pieren. Een grijze muur stond op de rivier. Daarboven leek de maan een uitgewassen waas.
Chase kwam voorzichtig tevoorschijn vanachter de hoek van een container.
De nummer twee van de New Yorkse vampier had vrij zicht op het verharde gebied tussen de steigers en een wat vervallen pakhuis.
Een zwarte, te lange limousine naderde stapvoets en remde uiteindelijk. De deuren gingen open.
Drie mannen in donkere pakken stapten uit. Ze droegen machinepistolen en keken verdacht rond in alle richtingen. Even later verliet de baas van deze troep de auto.
Een kolos van 120 kilo. Maar hij was niet dik, hij was sterk gebouwd, gespierd en ruim twee meter lang. Zijn donkere haar was in een vlecht gebonden.
Chase opende zijn leren jas en trok het geweer uit zijn riem. Zijn blik was gericht op de reus met de paardenstaart. Wacht maar, reusachtige baby," zei Chase. Ik kan niet wachten om te zien welke rat je vanavond stiekem ziet. ....