In deze historische roman kruipt Simone van der Vlugt op overtuigende wijze in de huid van Jacoba van Beieren (1401-1436). Jacoba was haar tijd ver vooruit, stak haar feministische ideeën niet onder stoelen of banken en koos ook in de liefde niet altijd voor de makkelijkste weg. Het lot was Jacoba slecht gezind.
Op haar vijftiende werd zij al weduwe en snel daarna overleed haar vader, graaf Willem IV. Zo werd zij gravin van Holland, Zeeland en Henegouwen. We leren een vrouw kennen die veel te verduren krijgt, maar zich daar niet bij neerlegt en door het onrecht dat haar wordt aangedaan juist strijdbaar wordt.