Samen met Rose-Anne brengt Robbert een landerige zomer door in een leegstaande villa. Als hij uitkijkt over de tuinen wordt hij geconfronteerd met een schim uit het verleden. Herinneringen aan twaalf jaar eerder komen naar boven een zomer waarin hij Philippe Crozat ontmoette. Heden en verleden vertonen parallellen en blijken meer met elkaar verstrikt dan hij had kunnen vermoeden.
Met Philippes middagen schreef Welagen een dromerig, verstild verhaal waarin eenzaamheid en het onvermogen zich los te maken van een herinnering centraal staan.