Voorjaar op Gotland. Feestorganisator Viktor Algård wordt dood gevonden, vergiftigd door cyanide. Commissaris Anders Knutas en inspecteur Karin Jacobssen komen erachter dat Algård een minnares had: Veronika Hammer, een bekende Gotlandse kunstenares. Zij is verdwenen. Waar is ze? Wanneer Veronika’s vier volwassen kinderen worden ondervraagd, blijkt dat die allemaal een moeizame verhouding hadden tot hun grillige, heerszuchtige moeder. Knutas realiseert zich dat hijzelf wellicht ook geen goede vader is, en Karin worstelt nog steeds met haar ongewenste zwangerschap van vijfentwintig jaar geleden. Intussen dreigt de zaak uit de hand te lopen: er brandt een zomerhuisje af, en er valt opnieuw een gifdode.