Bob Evers: Een motorboot voor een drijvend flesje
Tietoa kirjasta
De vakantie waar in het begin van Drie jongens en een caravan al eerder sprake van was, wordt nu toch echt ondernomen. Terwijl Arie Roos nog een dag in Amsterdam blijft om op bezoek zijnde familie uit Australië te kunnen ontmoeten, gaan Jan Prins en Bob Evers met een scheldejol op weg naar de Kaag. In de Stadionsluis pikt de zuinige Jan een in het water liggend flesje op - waar een stuk krant in blijkt te zitten - en levert dat in bij een cafeetje om het statiegeld te ontvangen. Wat later op de dag komen zij in de Ringvaart een vlet tegen met een man met een opvallend witte haardos aan boord, die op een merkwaardige manier van de ene oever naar de andere kruist. Deze man informeert of zij misschien een leeg flesje hebben zien drijven. Jan en Bob poeieren de man af, maar zij vinden zijn verhaal zo vreemd dat ze besluiten terug te gaan om het ingewisselde flesje weer op te halen. Zij peuteren de krant eruit en ontdekken een in die krant verborgen boodschap, die echter niet direct begrijpelijk is. Ze breken zich er het hoofd over, maar komen er niet uit. Een paar uur later worden Jan en Bob weer gepaaid door de man in de vlet. Hij heeft achterhaald dat zij het flesje eerst ingeleverd en daarna teruggehaald hadden. Hij gaat nu zelfs zo ver zijn vlet aan te bieden als hij het flesje maar kan krijgen. Jan en Bob gaan hier uiteindelijk op in, en vervolgen hun weg naar de Kaag met hun eigen jol op sleeptouw. De volgende dag komt Arie Roos aan op het afgesproken verzamelpunt in Leiden, maar Jan en Bob arriveren daar niet. Arie begint vervolgens een uitgebreide zoektocht over de Kaag, waarbij hij te weten komt dat de zaak draait om een in de Tweede Wereldoorlog in een huis in Lisse verdwenen fortuin in goud en juwelen. De man met het witte haar maakt deel uit van een groep van vier die naar deze schat op zoek is.
Kategoriat:
Muoto:
Kielet:
hollanti