Een kind krijg je voor het leven
Tietoa kirjasta
Het hartverscheurende, waargebeurde verhaal van een afstandsmoeder die haar zoon niet mocht zien opgroeien.
Trudy Scheele-Gertsen werd verliefd op een aardige jongeman uit Utrecht en raakte per ongeluk zwanger. Er was één probleem: ze waren nog niet getrouwd, en toen hij haar in de steek liet, werd haar probleem alleen maar groter. Opeens was ze een ongehuwde moeder, en ongehuwde moeders vond men tot in de jaren tachtig van de twintigste eeuw een schande en een gevaar voor de samenleving en de gevestigde huwelijksmoraal.
Tussen 1956, toen de adoptiewet van kracht werd, en 1984 werden ongehuwde moeders dan ook vaak gedwongen hun kind af te staan.
Ook Trudy werd, net als al die andere jonge vrouwen, onder druk gezet door haar directe omgeving, door artsen en hulpverleners en door de kerk. Haar moeder, die aanstuurde op adoptie, zorgde ervoor dat ze werd opgenomen in een tehuis voor ongehuwde moeders. In februari 1968 werd Trudy daar de trotse moeder van een jongetje, maar dat werd haar al snel afgenomen. Pas na enkele moeizame jaren waarin zij vergeefs om haar zoontje vocht, werd het jongetje in een adoptiegezin geplaatst. Door de afstand kon ze geen band met hem opbouwen, wat zou leiden tot een levenslang verdriet.
In 'Een kind krijg je voor het leven' vertelt Trudy haar verhaal, van het moment dat ze de vader van haar kind ontmoet tot aan haar rechtszaak tegen de staat. 'Een kind krijg je voor het leven' laat zien wat de impact is op een mensenleven om afstand te moeten doen van je kind.
Disclaimer babyfoto: Paulastichting © M.A.I. van Bommel.