De eerste drie jaar zijn het belangrijkst. In die tijd maken we kennis met licht, ruimte en kleur, met geuren, klanken en woorden, met alles waaruit ons leven zal bestaan.
Het kind doet alles voor het eerst, omgeven door volwassenen die het steeds weer optillen, kussen en door de kamer dragen zonder dat het daarom heeft gevraagd. Van die vroegste jeugd herinneren we ons zo goed als niets. Een enkel voorval, een paar kleuren, misschien een geur, dat is alles. Onze nieuwsgierigheid naar die jaren is zo groot dat het een eeuwig spel heeft opgeleverd: wat is je eerste jeugdherinnering?
Voor de minnaars en minnaressen van dat spel is Eerste indrukken geschreven. Het gaat over een driejarig meisje dat zich alles herinnert. De hoofden boven de wieg, de eerste stappen, de keuze van het eerste woord. En natuurlijk de grote wedstrijd tussen de moeders, die hopen dat hun eigen zoon of dochter het kind van een ander in alles voor is.
K. Schippers schonk een driejarige de stem van een volwassene. Zij schrijft over haar eerste indrukken. Als we haar weemoedige en humoristische verhaal lezen, weten we waaruit onze vroegste jeugd en die van onze kinderen bestaat.