Voor zijn reizen door Rusland kon Michel Krielaars zich geen betere gids wensen dan Anton Tsjechov. De grote Russische schrijver wist als geen ander de aard van zijn land en landgenoten te doorgronden. Hij zag luiheid, dronkenschap, ontrouw, racisme en antisemitisme, maar ook veerkracht en relativeringsvermogen. Met Tsjechovs blik reist Krielaars zijn held achterna. Hij spreekt arbeiders, winkeliers en boeren, die moeite hebben te overleven in een archaïsche maatschappij, en ontmoet ook burgemeesters, oppositiepolitici, artsen en leraren, die hun uiterste best doen hun land te veranderen. Het resulteert in een bewogen en weemoedig verslag van een land dat in beweging probeert te komen, maar nog altijd vastgeroest zit in een mentaliteit die in veel opzichten dateert uit de