Op 9 september 1942 werd de Noordoostpolder drooggelegd. Zo ontstond de provincie Flevoland, symbool van de maakbare samenleving. Met een liniaal werd elke centimeter land uitgetekend, en ook de nieuwe bewoners werden langs een meetlat gelegd.
Duizenden Nederlanders, waaronder de familie van Eva Vriend, droomden van een bestaan als boer in die drooggelegde polders. De Rijksoverheid beoordeelde hun geschiktheid, hun karakter, hun bedrijfsvoering en de netheid van hun huishouden. Alleen de besten mochten als boer aan de slag. Anderen moest leven met een afwijzing, vak zonder onderbouwing.
In Het nieuwe land ontrafelt Eva Vriend de verregaande bevolkingspolitiek van de Nederlandse overheid en haar langdurige gevolgen.