‘Het vuur brandde voort’, een autobiografie, was de laatste publicatie van Henriette Roland Holst. Het is een zowel eerlijk als strijdbaar boek, waarin ze vertelt over haar depressies en anorexia, over haar politieke engagement voor de communistische partij en haar politieke geschriften (o.m. over Rosa Luxemburg, de bolsjewieken, Gandhi...), over literaire vriendschappen (o.m. met Herman Gorter en Willem Kloos) en veel meer. We maken kennis met een vrouw met sterke overtuigingen, die een religieus-socialistische stem vormde in de Nederlandse literatuur. Ze vond het leven zwaar, maar wel de moeite waard: ‘De prijs blijft klein voor het mensengeluk, al gaan duizendmaal duizend harten stuk.’
Notarisdochter Henriette Goverdine Anna Roland Holst-van der Schalk (1869-1952) debuteerde in 1893 als dichter in het tijdschrift ‘De nieuwe gids’, met mystiek geïnspireerde, erg klassieke verzen. In 1897 werd ze lid van de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij, wat haar werk vanaf dan een politieke lading gaf. Het mysticisme werd vermengd met ‘proletarische poëzie’ (in haar eigen woorden). Naast poëzie schreef ze ook toneel en politieke non-fictie. In 1949 kreeg ze de Prijs voor Kunsten en wetenschappen voor haar hele oeuvre.