Een illegale Ghanese in het grenshospitium, een kunstenaar in cyberspace, een diplomatenvrouw op een afgelegen berg, de minnares van Columbus, een vallende trapezeartiest: juist als ze op het punt staan hun vleugels uit te slaan, haalt het leven hun dromen in. Ze vallen uit de wolken en landen met beide benen op de harde grond van de realiteit.
De meest uiteenlopende personages worden in dit debuut van Arthur Japin, door middel van sterke beelden en verrassende symboliek, gedwongen de realiteit onder ogen te zien. Hun ontnuchtering is een warm pleidooi voor de fantasie, voor een vlucht in het mythische Magonia, een land boven de wolken, waarop het kind in het autobiografische titelverhaal zijn hoop heeft gevestigd.
Magonisclie verhalen is om vele redenen een bijzonder debuut. De veelzijdige Arthur Japin (1956) schrijft drama voor toneel, radio en televisie en ontving daarvoor diverse prijzen. Ook vier van de negen in deze debuutbundel opgenomen verhalen werden eerder bekroond.