Het verhaal van Oorlogswinter van Jan Terlouw speelt zich af in de ijskoude winter van 1944/1945. Nederland is bedekt door een dik pak sneeuw. De Tweede Wereldoorlog is nog in volle gang. In het westen van Nederland heerst grote honger. In een dorpje in de buurt van Zwolle woont de veertienjarige Michiel, die niet kan wachten tot hij iets kan betekenen in het verzet. Dit tot ergernis van zijn vader, die als burgemeester vooral bezig is om escalaties in het dorp te voorkomen.
Als zijn buurjongen Dirk, die meedoet aan een overval op het munitiedepot, aan Michiel vraagt of hij een brief aan iemand wil bezorgen als het mis mocht gaan, voelt hij zich eindelijk serieus genomen. Maar de overval blijkt verraden, Dirk wordt opgepakt en degene bij wie hij de brief moet bezorgen, is doodgeschoten door de Duitsers.
Michiel moet uitgaan van zijn eigen kracht. Hij leert al snel dat goed en kwaad dicht bij elkaar liggen. Dat oorlog misschien spannend lijkt maar vooral ook gruwelijk is. Met zijn eenzaamheid groeit ook zijn onafhankelijkheid. Michiel moet als een volwassen man zijn eigen beslissingen nemen. Die laatste oorlogsmaanden zal hij zijn hele leven met zich meedragen...