Natuurlijk moest zich vroeg of laat een spook in Bommelstein aandienen; het oude slot vraagt er gewoon om. Bovendien staat het gekleed, zo’n huisspook. Maar heer Bommel is niet meteen enthousiast, en wil van het spook af, vooral nadat het Doddeltje Bommelstein uit heeft gejaagd.
De markies betoont zich een onbevreesd spokenjager, en er is een spiritistische seance, geleid door tante Melisse. Zij dient zich aldus aan: ‘Geleid door mijn Geestelijke Gids ben ik vanavond hierheen geko men om een Schepsel in Nood bij te staan.’ Toonder toont hiermee opnieuw dat hij als ‘gelover’ in bovennatuurlijke zaken daar tegelijk prima de spot mee kon drijven.