Uit het leven van een denkende vrouw
Tietoa kirjasta
Carry van Bruggen combineerde haar werk met het moederschap. Ze stond erop in haar eigen levensonderhoud te voorzien; na haar echtscheiding weigerde ze de alimentatie aannemen. Ze werkte onder meer als vertaalster. In haar werk komt de maatschappelijke positie van de vrouw vaak uitdrukkelijk aan bod, met name in "Uit het leven van een denkende vrouw". Maar het boek, een kruising tussen roman en non-fictie, gaat ook over de praktijk van het vertalen. Marianne Edema, de heldin, strijd voor haar geestelijke onafhankelijkheid, ook al brengt het haar in conflict met de mannen om haar heen. Ze zet de vooroordelen die haar hinderen op één lijn met slechte argumenten in een betoog, "frasenmakerij, het onsamenhangende en inconsequente gebazel". Een pleidooi voor zorgvuldig lezen en denken, maar altijd met de strijdbaarheid die Van Bruggens werk kenmerkt.
Carry van Bruggen (schrijversnaam van de Joods-Nederlandse Carolina Lea de Haan, 1881-1932) was de zus van Jacob Israël de Haan, schrijver van "Pijpelijntjes", een van de eerste Nederlandse romans waarin homoseksualiteit openlijk werd beschreven. Net als haar broer ging Van Bruggen geen controversieel thema uit de weg. In haar romans en pamfletten ging ze elk dogmatisme te lijf. Ze was de enige vrouwelijke auteur uit haar tijd die door collega’s en critici au sérieux werd genomen. Ze woonde een tijdlang in Nederlands-Indië met haar eerste man. Haar bekendste romans zijn "Eva" en "Een coquette vrouw". Ze schreef ook non-fictie, met als bekendste titels "Prometheus" en "Hedendaagsch fetischisme". Haar werk raakte in de vergetelheid, maar werd in de jaren 1970 herontdekt door de feministische beweging.