Waar ze maar kijkt ziet Asa wellust. Ze zijn net beesten, allemaal. Tijdens het overdadige midzomernachtsfeest dat jaarlijks in het grote huis wordt gevierd, begint ze aan een zuiveringsactie. Niemand stoort of hindert haar, want wie verdraagt het haar aan te zien?
Haar vader is het ergst van iedereen. Eigenlijk hoort hij thuis in een kooi. Ook de mooie Mama, die alleen van haar weggelopen zoon Alex droomt, neemt geen notitie van haar bestaan. Asa is haar vaders wandelende nachtmerrie en Mama’s pijnlijkste herinnering. Ze is vijftien, ze is alleen, en ze vergist zich.