Het is 1881. Zonder een woord Engels te spreken, maar met veertigduizend dollar op zak, reist de Valenciaanse architect Rafael Guastavino samen met zijn zoon naar New York om de bijzondere techniek van het tamboerijngewelf te patenteren. Rafael werkt aan iconische gebouwen als het Grand Central Station en de St. John the Devine, maar toch is dit verhaal veel meer dan de zoveelste versie van de American dream.
In het stilistisch razendknappe Het leven van Guastavino en Guastavino vertelt Andrés Barba – met hulp van zijn ironische vertellers – niet alleen het opwindende verhaal van een man die tegen alle verwachtingen in een nationaal icoon wordt, ook worden de moeilijkheden van het vaderschap en de levensloop van zijn zoon beschreven. Deze zoon zet alles op alles om zijn vader niet alleen te evenaren, maar hem zelfs te verpletteren met zijn eigen succes.