Hadassah is twaalf wanneer ze met haar Joodse familie in de Kristallnacht van Hamburg naar Amsterdam vlucht. Wanneer de nazi’s een paar jaar later Nederland bereiken, duiken haar ouders en zusje onder, maar Hadassah sluit zich aan bij het verzet. Door steeds van identiteit te wisselen weet ze zich te redden, tot ze wordt verraden en in een kamp belandt. Maar zelfs na de bevrijding is haar strijd nog niet gestreden: samen met honderden andere Joden reist ze per boot naar Israël om gezamenlijk hun nieuwe land op te bouwen.
Parallel aan het verhaal van Hadassah wordt het verhaal verteld van haar naamgenote, die leefde in de tijd van het Perzische rijk. Ook zij werd meegesleurd in een reeks gebeurtenissen die ze nooit had kunnen voorzien en waagde uiteindelijk haar leven om haar volk te redden.