In de roman Rachels verzet van Julie Thomas staat een jonge vrouw vlak voor de Tweede Wereldoorlog haar baby af.
Dr. Jakob (Kobi) Voight is kunstenaar en doceert kunstgeschiedenis aan de Universiteit van Melbourne. Hij besluit een sabbatical te nemen van drie maanden en naar Duitsland te reizen. Vlak voor zijn vertrek krijgt hij van zijn moeder een dagboek dat zij heeft gevonden tussen de spullen van zijn overleden oma. Het is geschreven in het Hebreeuws en bevat prachtige pentekeningen. Als Kobi in Berlijn is, neemt hij het dagboek mee naar een synagoge en vraagt daar aan een geleerde die veel weet over de Shoah om het te vertalen. Terwijl hij ronddwaalt in de stad leest hij het boek en ontdekt dat het een liefdesbrief is van een moeder aan haar buitenechtelijke kind dat werd geboren in 1942.
Tijdens het lezen realiseert hij zich dat hij deel uitmaakt van een ingewikkeld web dat zich uitstrekt van de tijd van de holocaust tot nu en dat nieuw licht werpt op al zijn overtuigingen.
Rachels verzet onthult meer van de schrijnende geschiedenis van de familie Horowitz. Het is een los te lezen vervolg op De jongen, de viool en de meester.