De geest moet waaien is een klein epos: de jeugdige held bevrijdt zich van de banden van het verleden. Gedreven door een dichterlijk verlangen naar geluk stort hij zich in avonturen, ontdekt de vriendschap, wordt verliefd. Zijn zucht om hooggestemd te leven belet hem niet de naakte werkelijkheid onder ogen te zien. Uit die tweespalt ontspringt een hoogst persoonlijke humor, soms cynisch getint. Maar altijd levensecht en triomferend over de trivialiteit van alledag.