Zelf vergeleek Hermans dit boek met een tekenfilm. De God Denkbaar drijft op stijl, op 'de betovering van het zinsritme', zoals Hermans het in een interview formuleerde.
Hij noemde het een poëtisch boek, misschien ook een godsdienstig boek: 'Het gaat over een God Denkbaar. Een god kan Denkbaar zijn... maar denkbaar, wat is niet allemaal denkbaar? Alles is denkbaar.'