Ongehoord 1940 - 1945 - Amusement en propaganda tijdens de bezetting 3 Het Zondagmiddagcabaret van Paulus de Ruiter
Description of book
Tijdens de Tweede Wereldoorlog zendt vanuit Londen Radio Oranje uit, de omroep van de Nederlandse regering in ballingschap. Deze zender wil de Nederlander die gebukt gaat onder de bezetting, moed inpraten. Dat gaat allemaal heel voorzichtig, voornamelijk omdat men in Londen niet zo goed weet wat er in het vaderland speelt.
In 1941 en 1942 wordt op Radio Oranje ter verstrooiing ook een cabaretprogramma gemaakt onder de naam De Watergeus. Vanzelfsprekend worden in dat programma de Duitsers en de NSB's over de hekel gehaald.
In Nederland zelf zendt op dat moment onder toezicht van de bezetter de Nederlandse Omroep uit. Die wil tegenwicht bieden tegen de kritiek van Radio Oranje en de spot van De Watergeus en komt met het Zondagmiddagcabaret van Paulus de Ruiter. Paulus de Ruiter is een pseudoniem van Jacques van Tol, een rond de oorlog vermaarde liedjesschrijver en een van de drijvende krachten achter dit cabaret.
Radio Oranje en Paulus de Ruiter spelen pingpong in het beschimpen van elkaars liedjes en conferences. Als de één een spotlied uitzendt over NSB'ers die in de Duitse heilstaat geloven, maakt de ander daar weer een persiflage op. Je kunt het horen in dit derde deel van het luisterboek Ongehoord.
Het vierde deel gaat geheel over Radio Oranje en De Watergeus. Wil je meer horen over deze broeinesten van radiopropaganda tijdens de Tweede Wereldoorlog, luister dan naar de podcast over verzetszanger Peter Siers bij Luisterdoc.
In dit derde deel hoor je de volgende liedjes:
0 The two Leslies: We`re gonna hang out our washing on the Siegfried Line
1 Tune: Waarom hangt de was niet aan de Siegfriedlijn?
Het grootste succesnummer van het Zondagmiddagcabaret is een parodie op een Engels soldatenlied uit 1939. In dat jaar ligt het Engelse leger in Vlaanderen, dat uitdagend laat weten zijn wasgoed te zullen ophangen aan de Siegfriedlijn. Dat is de gepantserde Duitse verdedigingslinie tegen Frankrijk. Maar in juni 1940 moeten de Engelse troepen worden geëvacueerd. De wasjes moeten voortaan weer in Engeland worden gedaan. Nazisympathisanten vragen zich honend af waarom die was nog steeds niet aan de Siegfriedlijn hangt.
2 Jan Brink met Draai je hoofd om op straat
Een opmerkelijk openhartig liedje over NSB'ers, die door familieleden, vrienden en kennissen met de nek worden aangekeken. De partijgenoten kunnen troost putten uit het feit dat ook de eerste liberalen en de eerste socialisten met hoon werden overladen.
3 ABCD-Kwartet: Op de hoek van de straat staat een Nederlander
Als er één liedje is de de oorlog heeft overleefd, is het ... Op de hoek van de straat staat een NSB'er (van Jetty Paerl / Radio Oranje) Het cabaret van Paulus de Ruiter dient Radio Oranje van repliek met... Op de hoek van de straat staat een Nederlander
4 Jan Brink: De onderwereld-Nederlander
De tekst van De onderwereld-Nederlander is zogenaamd door een anonieme luisteraar naar het Zondagmiddagcabaret gestuurd. Deze landgenoot stelt alleen zijn eigen belangen voorop. Hij werkt overheidsmaatregelen tegen, hij gelooft voetstoots wat het haatzaaiende Londen beweert en hij handelt daarmee vanzelfsprekend tegen de Nederlandse volksaard.
5 Jan Brink: De uitgekookte
Opnieuw een protest tegen de houding die veel Nederlanders tijdens de oorlog innemen: heulen met Londen en tegelijk de hielen likken van de Duitsers. Het Zondagmiddagcabaret huichelt dat het nog respectabeler is als iemand echt voor de geallieerden kiest dan zo karakterloos de kat uit de boom te kijken.
6 Bartoes: Hallo, hallo, u spreekt met Sluik de Slachter
De levensmiddelen zijn op de bon, dus ook het vlees. Maar sommige slagers weten nog wel eens een clandestien geslacht stukje vlees op de kop te tikken. Zij worden bezongen als zijnde onbetrouwbare sujetten.
7 Ceesje Speenhoff: Het huis met de horren
Ceesje Speenhoff, de diva van het Zondagmiddagcabaret, bezingt met hoorbare afkeer de 'deftige lui' die zich in hun oude huis met horren misprijzend afwenden van de nieuwe tijd en liever in stof gehuld blijven dromen van het vooroorlogse bestaan.
8 Tummers: Dat heeft de N.S.B. gedaan
De NSB krijgt overal de schuld van, ook van zaken waar geen mens iets aan kan doen. Door dat verschijnsel te bespotten, kan Tummers suggereren dat de NSB helemaal nergens schuldig aan is.
9 Ensemble: Rommellied (Libisch volkslied)
Luitenant-generaal Erwin Rommel is een held, omdat zijn Panzer Gruppe Afrika aanvankelijk een succesvolle opmars lijkt te maken door de Afrikaanse woestijn. Maar als de kansen keren en de geallieerden hem steeds meer in het defensief brengen, wordt dit triomfantelijke lied uiteraard niet meer gezongen.
10 Ceesje Speenhoff: M'n blozende schoolkameraad
Een eresaluut aan een schooljongen die rondloopt met een collectebus
11 Bartoes: Let op, Lili Marleen
Dit is de antisemitische versie van het alom meegezongen lied Lili Marleen. Volgens de aankondiging is het idee voor de tekst afkomstig van 'een van de honderdduizenden luisteraars' van het Zondagmiddagcabaret. Bovenaan de pagina van het draaiboek waarop deze tekst staat, prijkt echter de aanduiding: auteur: Jacques van Tol.
OZO is geheimtaal voor: Oranje zal overwinnen, zoals gebezigd door mensen die niet van Duitsers en NSB'ers moeten hebben.
12 Jan Brink: Kerels gevraagd
Een ijzervreterlied in 'de geest van deez' tijd', dat geen nadere toelichting behoeft.
13 Jan Brink: Brief van een Amerikaanse vliegenier
De directe aanleiding voor dit nummer is een Amerikaans bombardement op Rome. Amerikaanse soldaten hebben er volgens dit nummer geen moeite mee het oude Europa in puin te leggen. 'Ik strooi maar wat in 't rond met bommen,' laat Jan Brink deze vliegenier aan zijn moeder schrijven. Dat de jongeman niet begrijpt waarom hij eigenlijk oorlog moet voeren, past eveneens in de Duitse omdraaiing van de feiten.
14 Sketch: Leer om leer
Heel wat Nederlanders, ook degenen die niet aan nationaal-socialistische kant staan, zullen deze situatie hebben herkend. Lang wachten in de winkels en vaak spullen zien waarvan de winkelier beweert dat ze al aan een ander zijn verkocht. Of zijn ze misschien aan een verzetsorganisatie beloofd? Maar dat mochten de klanten natuurlijk niet weten.
15 Tummers: Invasiegedachten
Naarmate een geallieerde invasie waarschijnlijker wordt, maakt Paulus de Ruiter zijn luisteraars bang: zo'n invasie zou wel eens een bloedbad kunnen worden.
16 Keuvel en Klessebes: Anti's
Keuvel en Klessebes worden voorgesteld als 'anti's'. Dat is de nazibenaming voor hen die de nieuwe tijd nog niet hebben geaccepteerd. Zij vallen door hun eigen redeneringen telkens door de mand. Dat verklaart hun grote succes als vast duo in het Zondagmiddagcabaret. In deze scène lopen ze vast omdat de beloofde invasie steeds maar uitblijft.
17 Integrale uitzending van 25 juli 1943
Hier begint een complete uitzending van het Zondagmiddagcabaret van Paulus de Ruiter, waarin te horen is hoe de propagandistische teksten worden afgewisseld door amusement van onschuldiger strekking. De datum van uitzending is 25 juli 1943
18 Bartoes: Dat is het verschil
De 'anti's' hebben hun hoop gevestigd op de Amerikaanse president Roosevelt, maar weten volgens tekstschrijver Tummers niet wat ze willen, in tegenstelling tot de NSB'ers die dat juist heel goed weten. Dat die anti's in het openbaar op hun woorden moeten letten, wordt in dit nummer voor het gemak over het hoofd gezien.
19 Orkest onder leiding van Otto Hendriks: Ich schenk dir immer rote Rosen
Het Zondagmiddagcabaret is opgezet als een revueprogramma, waarin dus ook ruimte wordt gemaakt voor instrumentale intermezzo's.
20 Ceesje Speenhoff: Heb dank, o majesteit
Opnieuw een cynische omkering van de feiten: de Britten zijn schuldig aan het vermoorden van onschuldige burgers. Het nummer raakt een gevoelige snaar, omdat het vertrek van koningin Wilhelmina naar Londen, ook door sommige niet-NSB'ers, als een laffe daad wordt beschouwd.
21 Otto Hendriks en orkest - Ilonka
22 Jan Brink: Brief van een Rotterdammer aan een Rotterdammer
Terwijl er Britse bommen op Rotterdam-West vallen, richt Jan Brink zich als Rotterdammer tegen de man die voor Radio Oranje in het 'veilige' Londen een wekelijks praatje houdt onder het pseudoniem 'de Rotterdammer'. Opvallend is het feit dat de luisteraars van het Zondagmiddagcabaret worden geacht die praatjes te kennen, terwijl het luisteren naar Radio Oranje verboden is. Het Duitse bombardement op Rotterdam wordt uiteraard niet genoemd, hoewel dat veel rampzaliger was.
23 Otto Hendriks en orkest: Was eine Frau im Frühling träumt
24 Keuvel en Klessebes: Amerikaanse cultuur
Keuvel en Klessebes ageren tegen de zogenaamde vrijheden in Amerika, wat een gotspe mag worden genoemd. Niet ten onrechte constateert Wim lbo later dat grote delen van deze anti-Amerikaanse, antikapitalistische tekst in de jaren zestig waarschijnlijk als links-progressief zouden zijn beschouwd.
25 Otto Hendriks en orkest: Nur für dich allein
26 Tummers: Nederland
Een vaderlandslievend nummer, dat in de geschiedenis van het Nederlandse lied wellicht een veel groter succes was geworden als het niet in deze nazistische context had gestaan.
27 Afkondiging en tune: Waarom hangt de was niet aan de Siegfriedlijn?
Format:
Language:
Dutch