De negenjarige Sam woont vier dagen in de week bij zijn opa en drie dagen bij zijn moeder. Zijn vader heeft hij nooit gekend. Sam vindt het geweldig bij zijn opa, die vroeger vrachtwagenchauffeur en zeeman was en veel mooie verhalen kan vertellen. Wanneer Sam hem vraagt of alles wat hij vertelt ook echt is gebeurd, zegt opa: Waar of niet waar is voor saaie mensen. Maar Sammie wil van sommige dingen precies weten hoe het zit. Wat gebeurt er met je als je dood bent? Hoe weten we welke kleur de dinosaurussen hadden? Waar begint de wind? En wordt opa weer beter wanneer hij in het ziekenhuis belandt?