Broer van de Cheyennes: Western
Description of book
Voor Bill Tenney was kracht meer dan een deugd, en Bill Tenney was sterk. Hij had nog nooit op een bizonjacht gereden; hij had nog nooit een antilope geschoten; hij had nog nooit met oorlogszuchtige indianen te maken gehad. Daarom kon hij geen goede man van de vlakten worden genoemd, maar hij droeg een geweer dat zo zeker was als er ooit in Kentucky was gezien en in een ruw gevecht was hij absoluut thuis, vooral als de messen in het spel kwamen.
Hij zag eruit als een houten wolf, slank in de heupen, zwaar en enigszins gebogen in de schouders, een groot hoofd en een lange, smalle snuit. Je kon de tanden achter zijn dunne lippen bijna tellen, en zijn holle wangen maakten het moeilijk om je de opeengestapelde en verstrengelde massa's kracht voor te stellen die onder zijn kleding lagen. Zijn karakter leek ook erg op dat van een wolf. Hij was een loerder die zijn tijd afwachtte, maar als hij toesloeg, werd de klap onthouden.