De weduwe is een prachtige familiekroniek én tijdsbeeld. De jonge bakker Jan, uit het stadse Kampen, gaat eind 1902 in het Zeeuwse Heinkenszand werken bij de negen jaar oudere weduwe Dina, die een eigen bakkerij heeft. Hard werken zodat je een mooi bestaan kan opbouwen is hem van
huis uit meegegeven. De werkelijkheid is dat hij overhaast met haar 'moet' trouwen. Dat betekent integreren in een klein dorp, steeds meer monden te voeden en armoede. Ook voor een middenstander zijn het moeilijke tijden. Amerika en de grote stad lonken en Jan wil daar zijn geluk gaan beproeven. Zijn beslissing loopt uit op een drama en weduwe Dina keert berooid terug naar Zeeland. Hoe moet ze zich redden met haar zeven kinderen? Een zwaar leven van armoede, ontberingen en epidemieën wacht haar.
Door de geschiedenis van haar voorouders laat Ellen De Vriend het leven van de afgelopen drie eeuwen in Nederland zien.