Na de publicatie van zijn verzamelde gedichten in 2005 verrast Stefan Hertmans met een nieuwe bundel, waarin de beste elementen uit zijn werk triomferen: een open oog voor de wereld, een gepassioneerde mengeling van kosmopolitisme en intimiteit, een bondige stijl in combinatie met een grote beeldende kracht. En sterker dan ooit is er een veerkrachtige melancholie, die al deze gedichten doortrekt: 'Nee, uit deze rij stapt niemand die ons hoort,/ De engelen zijn lang voorbij./ De hand die naar de stilte grijpt, krijgt niets/ Dan ruis in ruil, het vallen van de dingen,/ Ontwakend in een nacht die, net voor het vertrek,/ De dromen bergt die angstzweet brengen./ Want wie uit dood ontwaakt, het krakend lot/ Van nooit geziene vogels bij een oever zonder stroom,/ Die zal niet ondergaan tenzij hij droomt.'