In de bloedhete zomer van 1711 reist Marie met haar vader naar een rijk kasteel met een schitterende tuin. Een tam aapje wordt meteen haar vriendje en 's avonds is er groot feest.
Maar de volgende ochtend is het kasteel in rep en roer. De vader van Marie, zelf penningmaker, wordt verdacht en opgesloten.
Papa is onschuldig, denkt Marie, maar ze zal het moeten bewijzen watn niemand gelooft haar. Een eindeloze zoektocht volgt. Tot ze wordt gesnapt in de kamer van de kasteelheer...